Nieuws

UGent wordt peter van 8 graven van oud-professoren

20 juni 2018

De Universiteit Gent ondertekende op 20 juni 2018 op de Westerbegraafplaats een overeenkomst met de Stad Gent voor het onderhoud van 8 historische grafmonumenten van oud-professoren. Sinds 1 november 2015 kunnen particulieren, verenigingen, bedrijven of overheidsinstellingen het peterschap opnemen van een grafmonument. Dat wil zeggen dat ze instaan voor het onderhoud van een graf dat uniek en waardevol is en waarin een bekende of minder bekende figuur begraven ligt.

200 jaar UGent Eén van de aandachtspunten van de feestelijkheden in het kader van het 200-jarig bestaan van de Universiteit Gent in 2017, was het beter zichtbaar maken van de band tussen de universiteit en de openbare ruimte in de stad. De universiteit koppelt daar nu een vervolg aan door het opnemen van het peterschap voor een reeks opmerkelijke grafmonumenten van oud-professoren op de Westerbegraafplaats. Het betreft de graftekens van academici die zowel in de geschiedenis van de Universiteit Gent als van de stad een belangrijke rol hebben gespeeld, en die deel uitmaakten van één van de vier stichtende faculteiten van de universiteit, nl. de faculteiten Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Geneeskunde en Letteren en Wijsbegeerte.     8 grafmonumenten Het peterschap houdt in dat de universiteit de materiële zorg voor deze grafmonumenten opneemt. Maar zoals het een wetenschappelijke instelling past, werden deze graftekens ook aan een kunsthistorische analyse onderworpen. De resultaten van dit onderzoek worden gedeeld met de bezoekers van de Westerbegraafplaats via een gedenkplaatje met QR-code op. Bezoekers kunnen op die manier een bevattelijke digitale fiche raadplegen met meer informatie over deze grafmonumenten.   'Sinds de start van dit project hebben zich in totaal al zo’n 30 peters en meters opgegeven', aldus Sofie. 'Meestal zijn het particulieren maar ook het Sint-Janscollege dat naast het Campo Santo ligt, is peter van een graf. Het doet me deugd dat een instituut als de Gentse universiteit ook haar schouders onder dit project wil zetten en samen met vele andere wil zorgen voor het behoud van deze waardevolle graven. Ik hoop dat de UGent ook andere instellingen, verenigingen of bedrijven kan inspireren om een peter- of meterschap op te nemen.'     De grafmonumenten waarvoor de overeenkomst wordt ondertekend zijn van de volgende academici:   Auguste Wagener (1829-1896) Wagener was classicus en moraalfilosoof. Vanaf 1850 doceerde hij aan de Gentse universiteit Latijnse en Griekse letterkunde en hij was daarmee een van de grondleggers van de Gentse filologische school. Daarnaast was hij als liberaal voorman gedurende vele jaren Gents schepen van Onderwijs en Schone Kunsten.               Victor Deneffe (1835-1908) Deze sociaal bewogen oogarts streed in de tweede helft van de 19e eeuw onvermoeibaar tegen de trachoomepidemie, een oogziekte die vooral woedde in de armste lagen van de bevolking. Ze leidde vaak tot blindheid. Daarnaast was hij ook gepassioneerd door geschiedenis. Hij was stichtend lid van de Gentse Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde en speelde een voorname rol in de redding van het Gravensteen. Zijn verzameling oude chirurgische instrumenten maakt vandaag deel uit van de collecties van de Gentse Universitaire Musea (GUM).               Junius Massau (1852-1909) Hij was een ingenieur-wiskundige die internationaal naam maakte met bijdragen over beschrijvende meetkunde. Door de combinatie van theorievorming en praktische toepassingen werd hij een van de meest geciteerde auteurs uit zijn vakgebied. Massau, die als liberaal gemeenteraadslid in Gent ook politiek actief was, leverde ook belangrijke bijdragen aan de hervorming van het kiesrecht en de invoering van het proportionele kiesstelsel.               Polynice Van Wetter (1844-1925) Van Wetter was van 1867 tot 1914 professor aan de faculteit Rechtsgeleerdheid en later decaan van zijn faculteit. Daarna werd hij rector van de universiteit. Hij was een erkend specialist in het Romeins recht.               Albéric Allard (1834-1874) Ook hij was professor aan de Gentse faculteit Rechtsgeleerdheid, van 1866 tot zijn voortijdig overlijden in 1872. Hij was bijzonder beslagen in het burgerlijk recht en in de geschiedenis van het strafrecht.               Nicolas Dumoulin (1827-1890) Als arts en hoogleraar specialiseerde hij zich in de farmacologie en later in de interne geneeskunde. Hij was ook meermaals decaan van zijn faculteit en was sterk betrokken bij de verbetering van de artsenopleiding.               Julius Mac Leod (1857-1919) In 1887 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Plantenkunde aan de faculteit Wetenschappen. Datzelfde jaar werd hij ook directeur van de universitaire Plantentuin, die onder zijn bestuur gevestigd werd in het Citadelpark.               Bertha De Vriese (1877-1958) Dr. Bertha De Vriese was de eerste vrouw die in Gent afstudeerde als doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Ze was ook de eerste vrouwelijke onderzoeker aan de universiteit, in de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen.   Op termijn wil de Universiteit Gent in samenwerking met de Stad Gent bijkomende grafmonumenten onder hun hoede nemen, om ook op die manier de band tussen stad en universiteit, en de geschiedenis die zij samen delen, verder onder de aandacht te brengen.